Samen in een energiehub: op Lage Weide doen ze het

De energietransitie en economische groei vragen steeds meer capaciteit van het elektriciteitsnet. Op veel plekken dreigt overbelasting van het netwerk. Om dat te voorkomen kunnen ondernemers op korte termijn geen verzwaring van hun stroomaansluiting krijgen. Dat kan plannen om te verduurzamen of uit te breiden flink dwarszitten, want bedrijven hebben daar vaak meer elektriciteit voor nodig of meer capaciteit om stroom terug te leveren. Voor ondernemers op bedrijventerreinen kan het een oplossing zijn om een energiehub te starten. Ze zetten dan gezamenlijk een lokaal energiesysteem op door vraag naar en aanbod van energie lokaal af te stemmen en creëren zo ruimte op het net om wèl te verduurzamen. Op het bedrijventerrein Lage Weide in Utrecht is de eerste energiehub-pilot van de provincie Utrecht van start gegaan. Harry Nab en Edith Appels, twee van de vijf ondernemers die meedoen, vertellen waarom ze besloten mee te doen. 

Harry Nab en Edith Appels
Harry Nab en Edith Appels


Edith Appels is directeur van familiebedrijf DSG, een groep groothandelsbedrijven in bouwmaterialen waaronder Stiho. Stiho heeft een groot distributiecentrum op Lage Weide. Harry Nab is logistiek manager bij de LF Groep. De LF Groep heeft twee werkmaatschappijen die deelnemen in Energie-hub Lage Weide: Platra en IJsselfoort. Platra is een logistiek dienstverlener die gespecialiseerd is in plaatmaterialen. IJsselfoort levert halffabricaten voor de interieurbouw. 

Gezamenlijk contract

Voor de energiehub hebben de vijf deelnemende ondernemingen zich verenigd in de Energie Management Coöperatie Utrecht (E.M.C.U.). Deze energiecoöperatie heeft een GroepsTransportOvereenkomst (GTO) met de netbeheerder gesloten waarin is vastgelegd hoeveel capaciteit van het stroomnet ze gezamenlijk kunnen gebruiken voor het transport van stroom (de ‘transportcapaciteit’). De gezamenlijke transportcapaciteit ligt lager dan de individuele transportcapaciteiten bij elkaar opgeteld, en toch biedt de energiehub meer ruimte voor de ondernemers om elektriciteit te verbruiken. Dat komt doordat de bedrijven binnen de hub slim en flexibel kunnen samenwerken. Ze monitoren en sturen hun energiegebruik. De energie die de bedrijven nodig hebben wordt hierbij zoveel mogelijk lokaal opgewekt, verbruikt en opgeslagen. 

Concurrenten werken samen

Het oprichten van zo’n samenwerkingsverband is een spannend proces. Harry Nab: “In een energiehub moet je bedrijfsgegevens delen over de stroom die je verbruikt en je plannen daarmee in de toekomst. Anders kun je het energiegebruik niet sturen. Het is best ongemakkelijk om dat te doen als een van de bedrijven in de energiehub ook nog eens je concurrent is. In dit geval hebben Edith en ik ons persoonlijk belang opzij gezet voor het gezamenlijk belang. Voor de toekomst van alle bedrijven in de energiehub.” 

De tijden dat het heel vanzelfsprekend was dat er altijd voldoende stroom uit het stopcontact kwam zijn voorbij.

Edith Appels

Ervaring opdoen en kennis delen

Harry: “De LF Groep doet vooral mee aan de energiehub-pilot om ervan te leren en om kennis te delen. De LF Groep heeft nog meer werkmaatschappijen op andere locaties, waar de ervaring die we hier opdoen misschien goed toepasbaar is. En verder vinden we het ook heel belangrijk dat we de BV Nederland verder helpen. Netcongestie [red. ‘file op het elektriciteitsnet’] is een serieus probleem, en niet alleen hier op Lage Weide of in de provincie Utrecht. We merken dat TenneT en de netbeheerders dit niet zomaar kunnen oplossen. Dat lukt alleen als ondernemers gaan samenwerken met de bedrijven om zich heen. Het oprichten van een energiehub is nog steeds pionieren. Door kennis en ervaring verder te verspreiden wordt het steeds een beetje makkelijker.”Andere mindset

Edith Appels vult aan: “De tijden dat het heel vanzelfsprekend was dat er altijd voldoende stroom uit het stopcontact kwam zijn voorbij. Tegenwoordig moet je als ondernemer niet alleen denken in hoeveelheden stroomverbruik, maar ook in wat je vraagt van het net op een bepaald moment. Stiho wil een voorloper zijn op het gebied van duurzaamheid en is druk bezig met het elektrificeren van bijvoorbeeld de heftrucks en de vrachtwagens. Belangrijkste vraag is nu ‘kan het wel met onze aansluiting’. En ‘wat is het waard als ik hiervoor wèl de transportcapaciteit krijg’? Je hebt echt een andere mindset nodig.”

Samenwerken

In een energiehub helpen de deelnemende bedrijven elkaar aan voldoende transportcapaciteit voor stroom. Harry: “Ik geloof echt in samenwerken. Binnen de LF Groep delen Platra en IJsselfoort bijvoorbeeld al druklucht voor allerlei installaties, maar met elektriciteit gaat dat helaas niet. Platra heeft bijvoorbeeld nog genoeg ruimte over op het dak van het pand om er zonnepanelen te leggen, maar kan die zonnepanelen niet aansluiten. IJsselfoort heeft wel nog ruimte om terug te leveren op de kabel, maar weer niet genoeg ruimte op het dak. Nu brengt IJsselfoort die transportcapaciteit van de kabel in bij de energiehub. Daar kunnen andere ondernemers dan gebruik van maken om bijvoorbeeld meer zonne-energie op te wekken.” 

Edith: “Bij het distributiecentrum van Stiho leveren de zonnepanelen meer op dan we nodig hebben, terwijl we toch veel elektrisch materieel hebben. We hebben bijvoorbeeld al 8 vrachtwagens die emissievrij onze producten bezorgen. Het overschot aan stroom konden we niet terugleveren aan de netbeheerder, en we konden het ook niet door anderen laten gebruiken. Nu gaat een groot deel van die stroom naar onze laadpalen, waar onze buren in de energiehub dan ook weer gebruik van kunnen maken. De stroom die dan nog overblijft, gaat naar het vrieshuis van C. van Heezik BV. Van Heezik is ook deelnemer in de energiehub en vervoert o.a. diepvriesproducten. Zij gebruiken de lokaal opgewekte stroom om de producten in het vrieshuis op een lagere temperatuur te koelen zodat het vrieshuis op een later moment ook maximaal 48 uur uitgeschakeld kan worden als een van de andere deelnemers extra transportcapaciteit nodig heeft.

Het oprichten van een energiehub is nog steeds pionieren.

Harry Nab

Pionieren

Harry: “In de provincie Utrecht zijn we de allereerste concreet werkende energiehub. In de verzorgingsgebieden van Stedin is de energiehub in Tholen ons onlangs voorgegaan. We hebben bijna alles zelf moeten bedenken en hebben nog geen gebruik kunnen maken van ervaringen van anderen en van de hulpmiddelen die inmiddels zijn ontwikkeld. Ook waren er voor ons nog maar beperkte subsidiemogelijkheden. En het is niet alleen voor ons, de ondernemers, ruim twee jaar pionieren geweest. Dat geldt ook voor partijen als netbeheerder Stedin. De monteur die stopcontacten heeft bijgeplaatst in de traforuimtes en meters heeft aangepast moest bijvoorbeeld een techniek gebruiken waar hij nog niet zoveel ervaring mee had. En ook de verzekeraar die door de coöperatie is gevraagd om een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering aan te bieden kon de risico’s die wij willen afdekken niet verzekeren omdat er nog te veel onbekend is. Daarom is het zo belangrijk dat wij gestart zijn. Nu kunnen we inzicht en kennis opdoen en daar van leren.” 

Edith: “De contracten zijn nu getekend, maar het is in de praktijk nog niet volop getest. Dat vind ik best spannend. Als directeur van DSG en Stiho ben ik wel verantwoordelijk voor de continuïteit van ons familiebedrijf. Meer dan 900 medewerkers en hun gezinnen zijn van onze beslissingen afhankelijk. Wat nou als het allemaal niet blijkt te werken zoals we nu denken? Als straks de heftrucks niet werken en de vrachtwagens niet geladen kunnen worden, zitten duizenden bouwplaatsen zonder materialen. Het groepscontract en de aansprakelijkheden die je als bestuurder van de coöperatie en als deelnemer hebt, brengen onzekerheden met zich mee. Maar goed, als bedrijf moet je nu eenmaal vooruitkijken. We zijn hier voor volgende generaties. Elektriciteit is voor ons cruciaal om onze klanten te kunnen blijven bedienen en te kunnen verduurzamen. Met deze energiehub zijn daar mogelijkheden voor gekomen.” 

Ondersteuning

De ondernemers in de energie-hub hebben zich tijdens het proces laten begeleiden door Gretha Boels en Bert Strijker van Best Management. De provincie Utrecht steunt het oprichten van de energiehub met raad en daad. De provincie heeft in een eerdere  fase subsidie gegeven voor een haalbaarheidsstudie. Er loopt bij de provincie nog een subsidieaanvraag voor de ontwikkeling en investering in het energiemanagementsysteem.  

Aanpak energiehubs op bedrijventerreinen

De provincie Utrecht ondersteunt bedrijven die in een energiehub willen samenwerken. Er is niet alleen subsidie beschikbaar, de provincie heeft ook in samenwerking met Stedin de Aanpak energiehubs op bedrijventerreinen ontwikkeld. De precieze uitwerking van de aanpak geven we samen met gemeenten en ondernemers vorm. Meer weten? Kijk op Aanpak energiehubs op bedrijventerreinen.

Meer informatie over netcongestie en de aanpak van Stedin is te vinden op Congestie-een vol elektriciteitsnet. 

Wilt u geen nieuws over de energietransitie in de provincie Utrecht missen? Abonneer u op onze nieuwsservice en u ontvangt alle nieuwsberichten in uw mailbox.